Nederlandse naam: Prairie-lelie (Camassia)
Botanische naam: Camassia cusickii
Bloeikleur: Blauw / lichtblauw
Grondsoort : alle soorten
Vochtigheid: normaal
Licht : half schaduw /zon
Plant groep: bol
Hoogte: circa 60 / 80 cm
Bloeiperiode: april tm mei
Plant diepte: 5 tm 10 cm
Winterhard: matig, in de winter licht beschutten met blad, turf en takken.
De Camassia of Prairie-lelie heeft een voorkeur voor vochtige, voedzame en niet te lichte grond vermengd met turf en bladgrond.
De soorten Camassia cusickii, C. quamash (synoniem C. esculenta) en C. leichtlinii blijven vele jaren op dezelfde plaats in de tuin.
Vermeerderen: kan door delen van de bollen in de nazomer.
In oktober kan men de jonge bijbolletjes wegnemen van de moederbol en direct uit planten op een ander plaats
(bloei van deze kleine bolletjes kan tot 3 a 4 jaar duren).
Uitgebloeide bloemen er uit knippen om er zo voor te zorgen dat de bollen groter worden.
Zorg er voor dat de camassia Prairie lelie op winderige plaatsen wat steun krijgt indien hij niet in een groep staat.
Leucojum aestivum (Nederlandse naam) Zomerklokje
Bloeiperiode: april / mei
Bloemkleur: wit
Hoogte: circa 40 cm
Plantdiepte: 10 cm
Plantafstand: 12 cm
Wortels: Een bolgewas
Levensduur: Overblijvend.
Bodem: Licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, kalkhoudende, humeuze grond.
Als wilde plant is het zomerklokje uiterst zeldzaam, staat op de rode lijst zelfs als status ‘bedreigd’.
Waarom dat hij Zomerklokje gemoemd is weet haast niemand, daar deze Leucojum al in april / mei bloeit.
Sleutelbloem (Primula denticulata ‘Alba’)
Primula denticulata ‘Alba’ heeft geen bijzondere zorg nodig.
Sleutelbloem (Primula denticulata ‘Alba’)
Bloeimaand: april / mei
Blad kleur: Groen
Groei hoogte: 25 a 35 cm
Grondsoort: Goede tuingrond. Niet te droog
Wintergroen: Bladverliezend
Winterhardheid: Goed winterhard
Standplaats: Zon, Halfschaduw
Soort gewas: Vaste plant
Een zonnige standplaats en een vochthoudende grond zijn gewenst.
De slanke sleutelbloem Is in Nederland zeldzaam en daarom wettelijk beschermd.
De sleutelbloem is een behaarde rozetplant, alle bladeren staan in een rozet op de grond.
Vermeerderen: In augustus/september
Doronicum orientale (Voorjaarszonnebloem)
Deze plant wordt ook wel Voorjaarsmargriet genoemd. En eigenlijk lijken de bloemen ook veel meer op die van de Margrieten, dan op de Zonnebloemen. Het is een heel makkelijke plant met knalgele bloemen die goed opvallen. Ze doen het goed op elke grond. Om teveel uitzaaien te voorkomen, moeten de uitgebloeide bloemen worden verwijderd.
Latijnse naam: Doronicum orientaleNederlandse naam: (Voorjaarszonnebloem/Gele margriet)
Familie: Asteraceae
Bloeimaand: april / mei
Blad kleur: Groen
Groen hoogte: 40 a 50 cm
Wintergroen: Bladverliezend
Winterhardheid: Goed winterhard
Standplaats: Zon, Halfschaduw
Soort gewas: Vaste plant: Speciale kenmerken. Mooie lage snijbloem
Groeien in elke tuingrond, maar minder mooi blad op te droge grond.
Vermeerderen: In augustus/september, kan ook vroeg in het voorjaar door ze te delen/scheuren
Pioenroos ‘Paeonia’
Pioenroos ‘Paeonia’
Bloeiperiode: april, mei, juni, juli
Type: vaste plant
Maximum hoogte: circa 100 cm
Kleur: Rood, Roze, Wit
Winterhard: ja
Wintergroen: bladverliezend
Standplaats: zon / halfschaduw
Plantperiode: oktober, november
Grond Neutraal, Voedingsrijk, Zure grond
Planten in bodem verrijkt met organisch materiaal
Vochtigheid: Vochtig, Normale grond
Vermeerderen: scheur flink uitgegroeide planten in het najaar.
Zorg bij het planten dat de Pioen ondiep staat. Net met de neuzen onder de grond.
Vergeet geen water te geven en dit moet u ook enige tijd doen zolang het droog blijft.
Extra tips
Sterke, langlevende vaste plant waar van je de bloemen wel moet onder steunen vanwege hun gewicht.
Verplant de Pioen zo weinig mogelijk
Het is zeer belangrijk om in de herfst de plant tot aan de grond terug te snoeien.
De afgesnoeide takken en bladeren mogen niet op de composthoop en laat vooral niets achter in uw tuin. Van het snoeiafval kunnen schimmels (botrytis) ontstaan en overwinteren, die dan in het voorjaar de pioenroos aantasten.
Japanse blauwe regen Klimheester (Wisteria floribunda ‘Violacea Plena’)
Japanse blauwe regen – Klimheester (Wisteria floribunda ‘Violacea Plena’)
Bloeiperiode: april / mei
Hoogte: circa 4 meterStandplaats: zon
Winterhard: ja
Bladverliezend: ja
Grondsoort: blauwe regen groeit op vrijwel elke grondsoort
Vermeerderen: door ze te stekken na de bloei, gebruik van stekpoeder aanbevolen
Het is een flink groeiende klimheester met lichtgroen, fijn gevederd blad. De dubbele bloemen zijn opvallend donkerkleurig en hangen in trossen bijeen.
Opmerking: blauweregen:
Grote delen van de blauweregen zijn giftig, namelijk de takken, de peulen en de zaden. Het gif veroorzaakt heftige spiersamentrekkingen en kolieken met bloedverlies. bloedwateren, ademhalingsmoeilijkheden en hartstoornissen.
Wilde akelei (Aquilegia hybride. ‘Helenae’)
Foto 2: ook van een Wilde akelei
Wilde akelei (Aquilegia hybride. ‘Helenae’)
Bloeiperiode: april / juliHoogte: circa 40 a 80 cm
Standplaats: zon / halfschaduw
Grondsoort: niet zo belangrijk
Vermeerderen: door scheuren of zaaien.
Scheuren van de pollen in het najaar, zaaien in maart/ april onder glas.
Judaspenning
Hoogte: circa 80 cm
Bloemkleur: paars, wit
Vorm: breed opgaand
Standplaats: zon/half schaduw
Winterinformatie: bestaat gedurende de eerste winter uit een groenblijvend rozetje. Sterft na de bloei af. De voor deze plant kenmerkende vliezen blijven echter gedurende de winter meestal zichtbaar.
Vermeerderen: zaai begin augustus op de volle grond (dus geen aarde er op daar het een licht-kiemer is), om het jaar daarop in april/juni bloemen te krijgen.
Anemone De Caen: ‘Hollandia’ rood
Anemone coronaria, waar men nog vaak de naam ‘de Caen’ en ‘St. Brigid’ aan toevoegt zijn er in vele kleuren van roze, wit, blauw en purper.
Bloeiperiode: april t/m augustusHoogte: circa 30-40 cm
Plantdiepte: 5 cm
Plantafstand: circa 10 cm
Boltype: knol
Standplaats: zon/lichte schaduw en het beste op beschutte plaatsen.
Planttijd: maart/mei
Hoogte: 25 cm
Plantdiepte: 5 cm
Vermeerderen: De Anemone coronariaknollen worden in augustus gerooid, de nieuwe bollen(kralen) die er aangegroeid zijn van elkander afhalen en moeten grondvrij schoon gemaakt worden en ze droog (donker) bewaren tot aan de planttijd in maart.
Anemone blanda ‘White Splendour’
Voorjaar Anemoon:
Anemone blanda ‘White Splendour’
Bloeiperiode: maart / april wordt circa 15 a 20 cm hoogAnemone blanda ‘White Splendour’
Standplaats: volle zon en half schaduw
Vermeerderen: zaait zich zelf uit.
Wilde Hyacint
Wilde Spaanse Hyacint
Bloeiperiode: april / mei
Hoogte: 15 tot circa 40 cm
Winterhard: bladverliezend overblijvend
Bollen: eivormig, 1 tot circa 3 cm
Bladeren: breed lijnvormig, iets gootvormig, 0,5 tot circa 1½ cm breed.
Bloemen: overhangende tros, bloemen knikkend, paarsblauw, soms roze of wit, klokvormig, 1 tot 2 cm
Standplaats: halfschaduw / zon, op vochtige, matig voedselrijke grond.Hoogte: 15 tot circa 40 cm
Winterhard: bladverliezend overblijvend
Bollen: eivormig, 1 tot circa 3 cm
Bladeren: breed lijnvormig, iets gootvormig, 0,5 tot circa 1½ cm breed.
Bloemen: overhangende tros, bloemen knikkend, paarsblauw, soms roze of wit, klokvormig, 1 tot 2 cm
Groeiplaatsen: Tuin en in de Bossen, duinbossen, buitenplaatsen.
Opmerking: de Spaanse Hyacint is wat smaller van blad en heeft kleinere bloemen.
Vermeerderen: vermeerderd zich zelf, ook kunt u grote bossen uit elkander trekken en in groepjes van 5 stuks planten op het eind van hun bloei.
Longkruid (Pulmonaria officinalis)
Bloeiperiode: maart t/m mei
Bloemkleur: rood, blauw
Vorm: breed 30 tot 50 cm
Standplaats: half schaduw/zon
Winterhard: tot -20°C
Vermeerderen: zaait zich zelf uit.
Snoeien: van longkruid moet al het oude blad in mei, tot op de grond worden afgeknipt. Meestal zal het rond die tijd toch al bedekt zijn met meeldauw en er lelijk uitzien. Het lijkt misschien erg drastisch maar spoedig zal er nieuw, fris blad groeien.
Struikkamperfoelie: Lonicera tatarica ‘Arnold Red’
Hoogte: 150 t/m 250 cm
Bloeitijd: mei/juni
Standplaats: zon/halfschaduw
Vermeerderen: stekken in het najaar
Rhododendron
Rhododendron’s
Zeer bekende groenblijvende bloeiende struiken.
Ze groeien het best in zure, humusrijke, vochthoudende goed doorlaatbare grond.
Dit kan men krijgen door een flinke hoeveelheid turf of bladgrond in het plantgat met de grond te vermengen. Men kan ze zowel in de volle zon als in de schaduw planten. Alhoewel ze meestal traag groeiend zijn, kunnen sommige soorten toch een redelijke hoogte bereiken. Wanneer men ze dan wil snoeien kan men dit best onmiddellijk na de bloei doen. Het verdient aanbeveling de uit-gebloemde bloemen onmiddellijk te verwijderen, zodat er geen zaadvorming ontstaat, wat de groei alleen maar belemmerd.
Ze groeien het best in zure, humusrijke, vochthoudende goed doorlaatbare grond.
Dit kan men krijgen door een flinke hoeveelheid turf of bladgrond in het plantgat met de grond te vermengen. Men kan ze zowel in de volle zon als in de schaduw planten. Alhoewel ze meestal traag groeiend zijn, kunnen sommige soorten toch een redelijke hoogte bereiken. Wanneer men ze dan wil snoeien kan men dit best onmiddellijk na de bloei doen. Het verdient aanbeveling de uit-gebloemde bloemen onmiddellijk te verwijderen, zodat er geen zaadvorming ontstaat, wat de groei alleen maar belemmerd.
Rhododendron Yakushimanum
Hoogte: circa 150 cm
Bloeiperiode: april – mei
Vermeerderen: door stekken of afleggen.
Hoogte: circa 150 cm
Bloeiperiode: april – mei
Vermeerderen: door stekken of afleggen.
Azalea (J) ”Moederkensdag’
Azalea:
Grootbloemige soort. Traag tot matig groeiende bladhoudende winterharde struik met trompetachtige bloemen. Zuurminnende plant, kleigrond met turf vermengen is aan te raden. In de zomer is het raadzaam om dennennaalden of bladeren rond de plant te leggen om uitdroging te voorkomen.
Grootbloemige soort. Traag tot matig groeiende bladhoudende winterharde struik met trompetachtige bloemen. Zuurminnende plant, kleigrond met turf vermengen is aan te raden. In de zomer is het raadzaam om dennennaalden of bladeren rond de plant te leggen om uitdroging te voorkomen.
Latijnse naam: Azalea (J) ‘Moederkensdag’
Nederlandse naam: Azalea
Kleur: bloedrood
Standplaats: Half zon / schaduw
Hoogte: circa 80 cm
Bloei: april – mei
Bladhoudend: Ja
Vermeerderen: door begin zomer kopstek of afleggen.
Nederlandse naam: Azalea
Kleur: bloedrood
Standplaats: Half zon / schaduw
Hoogte: circa 80 cm
Bloei: april – mei
Bladhoudend: Ja
Vermeerderen: door begin zomer kopstek of afleggen.
Pieris ‘Forest Flame’
Foto 7 april 2009
De bloemen bloeien in hangende trosjes wit. Elke scheut is rozerood is zeer geliefd door zijn kleur veranderingen. Goed winterhard. Plaatsen in zon of halfschaduw. Ruim compost aan de aarde toevoegen. Bestemd voor decoratie. Niet voor consumptie geschikt.
Bloei periode: april/mei
Vermeerderen: Door stekken in augustus, stekken van circa 10 cm.
Vermeerderen: Door stekken in augustus, stekken van circa 10 cm.
(NL) Japanse kwee
Bloeit in het voorjaar, vanaf maart/april met appelbloesemachtige bloemen dikwijls in bosjes verzameld. De verschillende cultivars zullen niet enkel de groei maar voornamelijk de kleur van de bloemen bepalen. In het najaar verschijnen op het overjarig hout appelvruchten van 3 tot 5 cm groot met tevens verschillende kleurschakeringen van geel tot groen en donker groen met rode blos.
Een zonnige en warme standplaats zorgt voor een rijkelijke bloei maar verdraagt ook halfschaduw. Groeit op klei of zanderige gronden maar groeit pas op zijn best in een voedzame goed doorlatende bodem. Opgelet, schuwt een kalkrijke ondergrond.
Hoogte: circa 150 cm.
Vermeerderen: door te stekken. Snoeien:
Vermeerderen: door te stekken. Snoeien:
Overtollige takken kunnen direct na de bloei gesnoeid worden.
Italiaanse Aronskelk (Arum italicum)
De Italiaanse aronskelk is een minder bekende plant die juist in de winter zijn top heeft.
De bladeren van deze plant verschijnen pas in de herfst. Gedurende de winter groeit de plant gestaag uit. Vorst zorgt alleen voor een pauze in de groei, de plant heeft er zelf niet onder te lijden, wat je niet zou verwachten als je het glanzende vrij grote blad ziet.
De bladeren van deze plant verschijnen pas in de herfst. Gedurende de winter groeit de plant gestaag uit. Vorst zorgt alleen voor een pauze in de groei, de plant heeft er zelf niet onder te lijden, wat je niet zou verwachten als je het glanzende vrij grote blad ziet.
In april / mei bloeit de plant met wat slordige groenwitte bloemen 20-30 cm die niet echt opvallen. Hierna sterft het blad van de plant spoedig af. Toch is het dan nog niet voorbij met deze bijzondere plant, want in juli- augustus verschijnen opvallende knaloranje kolven!
Waarna in oktober het eerste blad weer verschijnt en de cyclus zich herhaalt. De aronskelk met zijn vlezige wortelstokken is een sterke plant, die zelfs op schaduwrijke plaatsen nog goed groeit. Zowel het blad als de bessen zijn giftig, dus let er goed op dat kinderen niet het blad of de bessen opeten.
Bloeitijd: april meiDe plant heeft een hoogte van 30 tot 60 cm.
Vermeerderen: Door de knollen te delen in oktober, u kunt de gedeelde knollen dan weer tegelijk in uw tuin planten zodat u het jaar er op er ook weer van kunt genieten.
Zaaien in vochtige turf of zaaigrond op een koele plaats. Als de plantjes groot genoeg zijn ze dan op de uiteindelijke plaats planten in de tuin.
Zaaien in vochtige turf of zaaigrond op een koele plaats. Als de plantjes groot genoeg zijn ze dan op de uiteindelijke plaats planten in de tuin.
Clematis alpina ‘Blue Dancer’
Bosrank Klimplant
Bloeitijd: april mei
Bladverliezend, goed winterhard
Standplaats: zon/halfschaduw
Grondsoort is niet zo belangrijk, maar gebruik bij het planten wel goede tuinaarde.
Hoogte: circa 3 meter. Zelfkimmend
Snoeien: kan tegelijk na de bloei maar is niet noodzakelijk, alleen als hij te dor of te oud gaat worden dan is het aan te raden hem terug te snoeien tot circa 30 cm boven de grond.
Bemesting: in april en augustus, met klimplantenmest.
Bescherm de voet van de plant tegen de zon, gebruik hiervoor een bodembedekker zoals Hedra, Vinca of Pachysandra.
Bladverliezend, goed winterhard
Standplaats: zon/halfschaduw
Grondsoort is niet zo belangrijk, maar gebruik bij het planten wel goede tuinaarde.
Hoogte: circa 3 meter. Zelfkimmend
Snoeien: kan tegelijk na de bloei maar is niet noodzakelijk, alleen als hij te dor of te oud gaat worden dan is het aan te raden hem terug te snoeien tot circa 30 cm boven de grond.
Bemesting: in april en augustus, met klimplantenmest.
Bescherm de voet van de plant tegen de zon, gebruik hiervoor een bodembedekker zoals Hedra, Vinca of Pachysandra.
Broodboom (Aucuba japonica)
Bloeitijd: april. Grondsoort: Maakt niet veel uit.
Kan goed tegen schaduw. Wintergroen met leerachtige bladeren.
De bloemetjes zijn heel klein. Rode bessen. Je hebt mannelijke en vrouwelijke struiken. Hij kan het hele jaar gesnoeid worden. Hij zaait zich in de tuin niet uit, maar kan in het voorjaar goed gestekt worden.
De bloemetjes zijn heel klein. Rode bessen. Je hebt mannelijke en vrouwelijke struiken. Hij kan het hele jaar gesnoeid worden. Hij zaait zich in de tuin niet uit, maar kan in het voorjaar goed gestekt worden.
Vergeet-mij-nietjes
Als vergeet-mij-nietjes het naar hun zin hebben in de tuin zaaien ze zich vaak rijkelijk uit.
Al die lichtblauwe bloempjes fleuren de voorjaarstuin enorm op.
Al die lichtblauwe bloempjes fleuren de voorjaarstuin enorm op.
Wil je dit tweejarige plantje een handje helpen, dan kun je de zaailingen voorzichtig opgraven en over de tuin verdelen. Zo krijg je steeds meer van deze leuke plantjes.
TIPS voor in April
Clematis, ridderspoor en perkplanten stekken
Tijd om violen te planten.
De vlinderstruik terugsnoeien tot 10 a 15 cm boven de grond.
Planten scheuren voor verjonging.
Lavatera eind april tot 20 cm boven de grond terugsnoeien.
Tijd om violen te planten.
De vlinderstruik terugsnoeien tot 10 a 15 cm boven de grond.
Planten scheuren voor verjonging.
Lavatera eind april tot 20 cm boven de grond terugsnoeien.
Ribus bloei maart/april
Ribes sanguinea. Door de heester te verjongen kunnen de planten ieder jaar een rijke bloei geven. Ze zullen volop nieuwe scheuten produceren. Snoei deze heesters hoofdzakelijk NA de bloei. Je begint ermee vanaf het derde jaar, om zo dus een jonge plant te behouden kan je gemakheids-halve jaarlijks 1/3 van de takken wegnemen. In de winter, als de planten kaal staan, is de structuur van de plant beter te zien zodat je eventueel teveel of slecht staande takken kan verwijderen. Hou er wel rekening mee dat je ook takken met bloemknoppen verwijderd !!! De snoei bestaat uit het wegnemen van de oudste takken, uitdunnen dus, zodat voldoende lucht en licht de struik kunnen binnendringen. Ofwel beperkt de snoei zich tot het terugnemen op een nieuwe, jong vervormde, lagerstaande zijscheuten. Terugsnoeien van de oude takken doe je op de laagste staande jonge en sterke scheut, of als die ontbreekt tot de voet, even boven het grondniveau. Na je snoei ingreep ziet je struik er misschien wel kaal uit maar de nieuwe scheuten zullen de open ruimten weer snel opvullen.
Schoenlappers plant zonder bloemen?.
Bergenia of schoenlappersplant is een vroege bloeier.Eind maart of begin april verschijnen de hardroze bloemen. Maar soms bloeit de schoenlappersplant slecht of helemaal niet.
Meestal komt dat omdat de planten zijn gezaaid en niet, zoals eigenlijk zou moeten, vermeerderd door wortelstek. Ook planten die al een tijd op dezelfde plaats staan willen op een gegeven moment niet meer bloeien.
Meestal komt dat omdat de planten zijn gezaaid en niet, zoals eigenlijk zou moeten, vermeerderd door wortelstek. Ook planten die al een tijd op dezelfde plaats staan willen op een gegeven moment niet meer bloeien.
Graaf ze in de herfst op, knip de wortelstokken (met daarop een bladrozet) in stukken van 10 cm en plant ze opnieuw uit. Het volgende voorjaar verschijnen er dan weer bloemen.
Bloeiende planten in april
Verschillende vaste planten zullen nu al volop gaan bloeien. Zo krijg je al veel kleur door verschillende soorten longkruid (Pulmonaria), Primula denticulata en Amerikaanse vergeet-mij-nietje (Omphalodes verna) aan te planten.
Magnolia stellata, Rododendron, Prunus, Aubrieta, Magnolia soulangeana.
Vaste tuinplanten zo als, Asters zijn gemakkelijk door deling te vermeerderen.
De bloeitijd varieert van april tot oktober en de hoogte van 20 cm tot 250 cm! Ook de kleuren zijn uitgebreid: van wit, roze, rood, lila, blauw, violet tot donkerpaars.
Helleborus argutifolius (ook wel H.corsicus genoemd), heeft mooi gemarmerd en getand blad en grote trossen knikkende, licht groengele bloemen. Na enkele jaren vormt deze soort grote pollen.
Bloei: maart-april.
De bloeitijd varieert van april tot oktober en de hoogte van 20 cm tot 250 cm! Ook de kleuren zijn uitgebreid: van wit, roze, rood, lila, blauw, violet tot donkerpaars.
Helleborus argutifolius (ook wel H.corsicus genoemd), heeft mooi gemarmerd en getand blad en grote trossen knikkende, licht groengele bloemen. Na enkele jaren vormt deze soort grote pollen.
Bloei: maart-april.
Brem (cytisus praecox “allgold”)
Bloeitijd: april mei
Bloeitijd: april mei
Japanse azalea’s bloeien, afhankelijk van het weer, van begin april tot half juni.
Laat uitgebloeide bollen met rust
Uitgebloeide voorjaarsbollen, zoals tulpen, narcissen en krokussen, moet je vooral met rust laten. Weersta de verleiding om het loof eraf te halen. Haal wel de uitgebloeide bloemen er uit daar die anders de voeding gebruiken wat nodig is voor de bollen.
De bollen halen hun voeding uit het blad, dat daarom de tijd moet krijgen om rustig af te sterven. Dit geldt natuurlijk ook voor de bollen die in het gras staan, zoals krokussen. Wacht met maaien tot minstens 6 weken na de bloei of maai met een grote bocht om de bolletjes heen.
Hortensia de tuin in
Hortensia’s die als kamerplant zijn gekocht, kunnen na de bloei de tuin in. Doe dat niet in één keer, want dan is de temperatuurschok te groot.Zet de plant eerst op een lichte, koele plek in huis.
Geef regelmatig water en om de week wat mest.
Eind april is een goed tijdstip om de hortensia (Hydrangea) in de vollegrond te zetten. Je kunt hem dan meteen wat terugknippen.
Tip: Hortensia kun je ook als kuipplant gebruiken. Alleen bij strenge vorst moet de plant met pot en al naar binnen.
Verder begin April
Mosbestrijding met ijzersulfaat wordt in het voorjaar toegepast: 2 tot 4 kg per 100 m², men kan strooien, of oplossen in water er dan gieten. Opletten opdat men stenen, afsluitingen of geplaveide wegen niet zou besmeuren…dit geeft ijzervlekken.
Begin April
Het maaiseizoen gaat van start: als het gazon snel groeit, moet u bij warm weer een of twee maal per week maaien. Mospollen kunnen worden voorkomen door het gras niet te diep af te snijden. Het afgesneden gras kan voor compost gebruikt worden. Onkruid moet u alleen weghalen als het echt stoort. Kale plekken kunnen opnieuw ingezaaid worden. Na het zaaien moet het gazon ruw gemaakt worden. In de eerste plaats is zorgen voor optimale groeiomstandigheden goed voor het gras en voorkomt mosvorming. Lichtconcurrentie is een belangrijke factor om mosgroei te beperken, en de voor een goede grasgroei noodzakelijke open bodemstructuur beperkt de mogelijkheden voor de vestiging van mos. Belangrijk is dat de grasmat niet te kaal de winter ingaat, omdat gras gedurende een periode van minstens 4 maanden niet groeit en daarmee ‘weerloos’ is. Vertikuteer regelmatig en verwijder mos en onkruid. Maai vooral in natte perioden niet te laag om gebrek aan lichtconcurrentie te voorkomen. Op kort gemaaide, intensief gebruikte speelvelden zal altijd enige bodemverdichting optreden en voldoende licht voor mosgroei aanwezig zijn. Daar is de toepassing van ijzersulfaat de ENIGE oplossing om mos te bestrijden. Zowel ijzer als sulfaat komen van nature in zeer grote hoeveelheden in de bodem voor. Na toediening wordt de werkzame ijzervorm uit het middel zeer snel omgezet in de vorm die in de bodem van nature voorkomt en vormt zodoende geen milieuprobleem. Het sulfaat spoelt uit, maar zal niet snel van invloed zijn op de hoeveelheid sulfaat die van nature uitspoelt. Open plekken in grasvelden snel inzaaien zorgt dat mos geen nieuwe kansen krijgt. Door de maaier hoger af te stellen is de lichtconcurrentie van gras beter, zodat zich minder snel mos kan ontwikkelen. Een optimale bemesting biedt gras een betere concurrentie-positie. Dankzij een luchtige bodemstructuur stroomt water sneller af, waardoor mos minder eenvoudig kan kiemen.
Het maaiseizoen gaat van start: als het gazon snel groeit, moet u bij warm weer een of twee maal per week maaien. Mospollen kunnen worden voorkomen door het gras niet te diep af te snijden. Het afgesneden gras kan voor compost gebruikt worden. Onkruid moet u alleen weghalen als het echt stoort. Kale plekken kunnen opnieuw ingezaaid worden. Na het zaaien moet het gazon ruw gemaakt worden. In de eerste plaats is zorgen voor optimale groeiomstandigheden goed voor het gras en voorkomt mosvorming. Lichtconcurrentie is een belangrijke factor om mosgroei te beperken, en de voor een goede grasgroei noodzakelijke open bodemstructuur beperkt de mogelijkheden voor de vestiging van mos. Belangrijk is dat de grasmat niet te kaal de winter ingaat, omdat gras gedurende een periode van minstens 4 maanden niet groeit en daarmee ‘weerloos’ is. Vertikuteer regelmatig en verwijder mos en onkruid. Maai vooral in natte perioden niet te laag om gebrek aan lichtconcurrentie te voorkomen. Op kort gemaaide, intensief gebruikte speelvelden zal altijd enige bodemverdichting optreden en voldoende licht voor mosgroei aanwezig zijn. Daar is de toepassing van ijzersulfaat de ENIGE oplossing om mos te bestrijden. Zowel ijzer als sulfaat komen van nature in zeer grote hoeveelheden in de bodem voor. Na toediening wordt de werkzame ijzervorm uit het middel zeer snel omgezet in de vorm die in de bodem van nature voorkomt en vormt zodoende geen milieuprobleem. Het sulfaat spoelt uit, maar zal niet snel van invloed zijn op de hoeveelheid sulfaat die van nature uitspoelt. Open plekken in grasvelden snel inzaaien zorgt dat mos geen nieuwe kansen krijgt. Door de maaier hoger af te stellen is de lichtconcurrentie van gras beter, zodat zich minder snel mos kan ontwikkelen. Een optimale bemesting biedt gras een betere concurrentie-positie. Dankzij een luchtige bodemstructuur stroomt water sneller af, waardoor mos minder eenvoudig kan kiemen.
Dahlia (dahlia) voorkiemen .Begin April
Dahlia’s voorkiemen in kistjes met turf, zand of potgrond. Bij goed weer buiten zetten, ‘s nachts binnenbrengen. Later (zie mei), kunt u de voorgekiemde knollen scheuren of stekken snijden van de voorgetrokken scheuten.
Begin April
Reukerwten kunnen nu op een beschutte plaats worden gezaaid. Doe dit op vooraf rijkelijk bemeste en losse grond (pinwortel). Voor het zaaien maak je gleufjes en plant je daarin de erwtenzaden. De zaden bedekken met 1 cm grond. Plant om de 10 centimeter een zaadje. Na de opkomst uitdunnen en enkel de sterkste overhouden. Ter plaatse zaaien is nu mogelijk maar je kan verkiezen nog vroeger te zaaien onder warm glas ( zie midden februari). De kiemduur bedraagt 10 tot 12 dagen bij een temperatuur van 12-18° C.Nooit reukerwten 2 jaar na elkaar op dezelfde plaatse zaaien of planten.Nigella (juffertje-in-’t-groen, nigelle) zaaien. Begin April
Nigella heeft een korte bloeitijdsduur. Daarom kan je voor spreiding van de bloeiperiode best in verschillende periodes zaaien. De eerste mala kan dit van april tot mei in openlucht. Zaai een tweede maal tussen midden augustus en eind september. Zaaien kan ter plaatse, licht beschermen voor de vorst. Breng wat rijshout aan om de planten te steunen, ze zijn gevoelig voor omvallen bij regen.
Prunus (amandel, kers, perzik, pruim, laurierkers) snoeien .
Prunus triloba. Door de heester te verjongen kunnen de planten ieder jaar een rijke bloei geven. Ze zullen volop nieuwe scheuten produceren. Snoei deze heesters hoofdzakelijk NA de bloei. Je begint ermee vanaf het derde jaar, om zo dus een jonge plant te behouden kan je gemakkelijkheidshalve jaarlijks 1/3 van de takken wegnemen. In de winter, als de planten kaal staan, is de structuur van de plant beter te zien zodat je eventueel teveel of slecht staande takken kan verwijderen. Hou er wel rekening mee dat je ook takken met bloemknoppen verwijderd !!! De snoei bestaat uit het wegnemen van de oudste takken, uitdunnen dus, zodat voldoende lucht en licht de struik kunnen binnendringen. Ofwel beperkt de snoei zich tot het terugnemen op een nieuwe, jong vervormde, lagerstaande zijscheuten. Terugsnoeien van de oude takken doe je op de laagste staande jonge en sterke scheut, of als die ontbreekt tot de voet, even boven het grondniveau. Na je snoei ingreep ziet je struik er misschien wel kaal uit maar de nieuwe scheuten zullen de open ruimten weer snel opvullen.
Heidegrondplanten als Rhododendron, Azalea, Erica, Calluna, Pieris, Gaultheria, Kalmia, e.a., worden het best nu geplant in een humusrijke grond. Is uw grond niet zuur genoeg (te kalkrijk), plant de heidegrondplanten dan in zuivere dennenaaldengrond of zuivere turfmolm. Zorg ervoor dat de turf of de grond vooraf voldoende vochtig is en geef onmiddellijk na de planting voldoende water. Erica (dopheide) en Calluna (struikheide) zijn zeer goede bodembedekkers.
Midden April
Vaste planten en rotstuinplanten kunnen nu reeds gezaaid worden op wachtbedden in de open lucht; later verspenen (5 x 5 cm), uitplanten in oktober(zie ook midden juni).
Midden April
Gazon kan best van nu af gezaaid worden (zie ook vierde week).Aubrieta (aubrietia) zaaien .
Midden April
Aubrieta kan gezaaid worden in een koude bak tussen midden april en midden mei. Er zijn vele verschillende cultivars verkrijgbaar. Scheuren kan je ze ook maar dat is niet zo makkelijk. Je kan de groei bevorderen door terug te snijden na de bloei.
Begonia (begonia) voorkiemen. Midden April
Voorgekiemde knollen van Begonia vanaf nu stillaan afharden om ze volgende maand uit te planten.
Canna (bloemriet, indisch bloemriet) afharden .
Midden April
Zodra de eerste bladeren ontrollen (vanaf 15 april), de voorgekiemde knollen voldoende afharden door de warme kas veel te luchten. Ze groeien nu zeer snel en mogen niet te spichtig opgroeien. Uitplanten in de open lucht vanaf 15 mei.
Canna (bloemriet, indisch bloemriet) voorkiemen.
Midden April
Heb je Canna’s vermeerderd ? Voorgekiemde wortelstokken van Canna, vanaf nu stilaan afharden om ze volgende maand uit te planten.
Chelone (schildpadbloem) zaaien .
Midden April
Schildpadbloem kan gezaaid worden van half april tot half mei. Zaai direct in de volle grond. Verspeen ze op een kweekbed. Het tweede jaar, in het voorjaar, de beste planten uitplanten in de border.
Colutea (blazenstruik) snoeien.
Midden April
De struiken worden vaak te groot en worden dan onderaan kaal. Snoei ze gerust zeer diep in tot op 50-100 cm. Ze lopen beslist weer van onderen uit met nieuwe twijgen.Dahlia (dahlia) voorkiemen .
Midden April
Voorgekiemde knollen van Dahlia vanaf nu stilaan afharden om ze volgende maand uit te planten.
Gladiolus (gladiool, zwaardlelie) planten.
Midden April
Gladiolen planten op vorig jaar zwaar bemeste grond; gebruik geen verse organische mest.
Lavatera (zomerlavatera, bekermalve, struikmalve) zaaien .
Midden April
Zaaien ter plaatse in open lucht vanaf half april tot eind mei. De kiemduur bedraagt 15-20 dagen bij 21 °C. Vanaf begin mei uitdunnen en uitplanten op een afstand van 40 cm of inpotten in potjes. Op open plaatsen de planten wat steun geven dmv. rijshout dat je tussen de planten zet.
Limonium (lamsoor, zeelavendel) zaaien.
Midden April
Lamsoor kan gezaaid worden in open lucht van half april tot eind mei. De kiemduur bedraagt bij 18 -21 ° C. tien tot twintig dagen. Verspenen en uitplanten vanaf half mei in de border. Beroepstelers zaaien al vanin februair in een warme serre met het oog op een vroege oogst van snijbloemen. Als liefhebber heb je daar minder behoefte naar.
Thymus (tijm) zaaien.
Midden April
Tijm: onmiddellijk ter plaatse of op zaaibed.
Tulipa (tulp) bloemen uitnijpen.
Midden April
Uitgebloeide bloemen van tulpen regelmatig uitbreken; dit bevordert de bloemvorming voor volgend jaar (geldt voor alle voorjaarsbloeiers).
Eind April
Gazon zaaien: de organische voorraadbemesting werd bij het spitten (uiterlijk eind februari) toegediend. De van onkruid vrijgemaakte grond wordt eerst genivelleerd. Leg het gazonoppervlak een beetje hol. Strooi vervolgens de basisbemesting uit en werk die in. Wals (rol) de grond goed vast en verkruimel hem daarna met een mesthaak tot op een diepte van max. 2 cm. Zaai 3 kg/are van het gewenste gazonmengsel. Hark het zaad in tot max. 1 cm diep en leg goed vast met de tuinrol.
Eind April
Onkruid in gazon: er bestaat natuurlijk een heel scala onkruidbestrijdingsmiddelen, maar wie niet wenst te spuiten kan het volgende doen: geef uw gazon om te beginnen een zware organische bemesting, maai uw gazon dan om de 3 tot 4 dagen. Na elke maaibeurt moet u flink water geven, bij voorkeur met een regeninstallatie.
Eind April
Het gazon moet nu minstens wekelijks gemaaid worden.
Allium (ui, look, prei, sierui, sierlook, bieslook, sjalot) zaaien.
Eind April
Om jonge bieslook te oogsten vanaf juli, kunt u nu zaaien; het is ook een prachtig borderplantje. Regelmatig snijden geeft ook regelmatig jonge bladeren. In dit geval zult u echter niet van de mooie bloei kunnen genieten.
Ceanothus (amerikaanse sering, sikkelbloem) snoeien.
Eind April
De takken en twijgen van Amerikaanse seringen vriezen gemakkelijk in. Snoei terug tot op het gezonde hout. Aangezien ze bloeien op éénjarige twijgen kan fors insnoeien dus geen kwaad.
Passiflora caerulea (passiebloem) snoeien .
Eind April:
Het betreft hier het snoeien van Pasiflora. caerulea, de soort voor buitenshuis. Meestal kweek je die aan een schutting of muur aan een latwerk of aan horizontale draden. De scheuten bindt je aan het latwerk totdat z’n scheuten houvast hebben gekregen. Maak daarna je verbindingen weer los. In de zomer verwijder je die scheuten die te dicht opeen staan of die verward raken. In het voorjaar snoei je telkens weer de zijscheuten aan je hoofdtakken (de zgn. gesteltakken) terug tot op 1 à 2 knoppen van de basis. Het regelmatig terugsnoeien tot op 7 ogen bevordert de vorming van nieuwe scheuten en bloemen. In de winter z’n voet beschermen. Na de winter eventuele dode takken ( vorst ) verwijderen.
Het betreft hier het snoeien van Pasiflora. caerulea, de soort voor buitenshuis. Meestal kweek je die aan een schutting of muur aan een latwerk of aan horizontale draden. De scheuten bindt je aan het latwerk totdat z’n scheuten houvast hebben gekregen. Maak daarna je verbindingen weer los. In de zomer verwijder je die scheuten die te dicht opeen staan of die verward raken. In het voorjaar snoei je telkens weer de zijscheuten aan je hoofdtakken (de zgn. gesteltakken) terug tot op 1 à 2 knoppen van de basis. Het regelmatig terugsnoeien tot op 7 ogen bevordert de vorming van nieuwe scheuten en bloemen. In de winter z’n voet beschermen. Na de winter eventuele dode takken ( vorst ) verwijderen.
Snoeien: indien nodig doet men dat het beste in april als de plant begint uit te lopen.
In het najaar en tijdens de winter niet snoeien.
Vermeerderen: in juli: door ze te stekken. Gestekte planten zullen veel sneller bloeien.
In het najaar en tijdens de winter niet snoeien.
Vermeerderen: in juli: door ze te stekken. Gestekte planten zullen veel sneller bloeien.
Phlox (flox, vlambloem, herfstsering) zaaien.
Eind April Van eind april tot mei kan je ter plaatse zaaien. Zaai ze op een plekje waar ze beschut zijn tegen felle voorjaarskoude en vorst. Na de opkomst uitdunnen. Eénmaal in de groei verdragen ze een beetje vorst. Te arme grond tijdens het groeiseizoen voldoende bijmesten.
Anethum (kamille, schubkamille, gele kamille, verfkamille) zaaien.
Algemeen
Dille is een eenjarige plant die van april tot juni buiten in de volle grond gezaaid kan worden. Het duurt 2 tot 4 weken voordat de zaden ontkiemen. Dille groeit het liefst op een plaats in de volle zon in vochtige vruchtbare grond. De bladeren van dille hebben een fijne geveerde structuur en een aromatische smaak. Verplanten gaat bij dille nogal moeilijk omdat hij met een grote penwortel de grond in groeit. In juni verschijnen op 80 centimeter hoge stengels de gele schermvormige bloemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten