Kruiden planten

Bieslook (Allium schoenoprasum)

Bieslook staat leuk in een bloementuin tussen de bloemenborders. Door de prachtige paarse bollen die al bloeien in mei is de plant een waardevolle aanvulling bij de mooie bloemen. Waarbij je de bieslook dan eventueel nog kan gebruiken voor het keukengebruik ook. De ranke sprieten van de bieslook geven van zichzelf ook een sierwaarde. De bieslook blijft in mooie pollen bij elkaar staan, waardoor de bieslook ook op verschillende manieren te gebruiken is in de siertuin.
Bieslook blijft vrij laag, 30 tot 40 cm.
Standplaats:
Bieslook verkiest een kalkrijke, goed bemeste (organische meststoffen), vochtige grond, dit zowel op een schaduwrijke maar tevens ook op een zonnige plaats. Bieslook is de plant die zeer geschikt is voor de kleine tuintjes, maar ook in potten op de vensterbankbuiten of op ons terras is dit een ideaal zeer dankbaar en snel bij de hand keukenkruid.
Bieslook ( Allium schoenoprasum ) behoort tot de Lookfamilie en is dus verwant aan bolgewassen zoals ui, prei, knoflook en dergelijke.
Oogsten van de Bieslook:
De bloemloze stelen van de bieslook zijn allemaal geschikt voor de oogst. Wil je veel oogsten, dan de bloemen eruit knippen. De te kweken bieslook geeft dan ook langer jonge stengels.
Bieslook kan je ook als ongedierte bestrijder planten:
Plant je bieslook tussen de rozenstruiken, dan zal deze geen last hebben van bladluizen. Het planten van bieslook tussen je worteltjes zou de wortelvlieg op afstand houden. Slakken hebben een hekel aan bieslook en blijven uit de buurt van deze plantjes. Handig als je bieslook gebruikt als een haagje om je groenten tuintje er mee af te schermen tegen slakken en insecten.
Bieslook vermeerderen:
Bieslook is heel makkelijk te vermeerderen. De pollen bieslook kunnen makkelijke gescheurd worden. Ook zaaien van de bieslook is bij deze plant niet moeilijk. Het zaad is goed zichtbaar nadat de paarse bloemen zijn uitgebloeid. De kieming gaat over het algemeen vrij goed. Na ongeveer 6 weken na het zaaien kan er al weer geoogst worden.

Citroenplant- Citroenmelisse “Melissa officinalis”
Citroenmelisse bloeit zelden of nooit en ontleent zijn waarde aan het blad.
Graag staat de citroenmelisse in een vochtige grond, op een zonnige plek.
Citroenmelisse groeit ook goed achter een muur of in een schaduwhoekje in de tuin, maar heeft dan minder waardevolle stoffen en aroma .
Citroenmelisse is een doorlevende, kruidachtige plant die ’s winters ondergronds verder leeft via wortelstokken.
De witte bloemen in kransen verraden dat de plant tot de “Lipbloemigen” behoort.
Het kruid wordt  50 à 80 cm hoog en geeft een citroengeur af, wel minder sterk dan  citroenkruid (Artemisia abrotanum) waarmee het soms wel eens verward wordt.
Standplaats: Citroenmelisse is gemakkelijk te kweken en stelt weinig eisen wat grond en standplaats betreft.
Het best voelt het zicht thuis op voedzame en vochtige grond.
Ook een zonnig plaatsje, maar dan niet te fel, liefst vanaf de vroege namiddag met een beetje schaduw valt in de smaak.
Planten in de zon geven meer aroma af, oudere planten verliezen dit laatste en geven ook minder smaak aan onze gerechten.
Ook in potten op het terras groeit het keukenkruid uitstekend.
Vermeerderen:
Het plantje is zeer gemakkelijk te vermeerderen door zaaien in de lente, het kiemt wel traag.
Het zaait zichzelf uit en het is dan ook regelmatig op een of andere plaats in onze tuin terug te vinden.
Planten scheuren in de lente is wel de eenvoudigste vermeerderingswijze hoewel men ook kan stekken (stengelstekken) in het voorjaar of het najaar.
Dit sterke keukenkruid, is goed bestand tegen ziekten en insecten, kan wel eens geplaagd worden door het zuringhaantje.
Dit kopergroenblauwe kevertje op zich is niet erg, maar vooral de larven kunnen de plant schade berokkenen.
De kevers vangen en vernietigen is de enige oplossing !
Winterhard: ja, bladverliezend
Naarmate de plant ouder wordt, daalt het gehalte aan werkzame stoffen.
Het verdient de voorkeur hem elke 4-5 jaar te verjongen door stukken wortelstok opnieuw te planten.
Laat vooral de uitgebloeide stelen in de winter staan, als bescherming tegen kou en snoei ze pas af in het voorjaar.

Duizendblad “Achillea millefolium”

De plant is een winterharde kruidenplant, die tevens zeer geschikt is al snijbloem en droogbloem, maar ook veel bijen en vlinders aantrekt.
Bloeiperiode: vanaf juni tm september afhankelijk van het weer.
Bloeikleur: wit, geel, paars, oranje, rood, roze, roodpaars
Bladkleur: groen
Hoogte: circa 70 a 100 cm
Wintergroen: nee bladverliezend
Winterhard: zeer goed
Grondsoort: niet te natte zware grond
Standplaats: zon / halfschaduw
Soort gewas: vaste plant
Vermeerderen: door ze te delen/scheuren in het voorjaar of in de herfst.
Duizendblad is heel makkelijk te herkennen aan de duizenden nerfjes van het blad, wat aan bloedvaatjes doet denken.
Duizendbladthee, gemaakt van gedroogd duizendblad, is dan ook zeer heilzaam.
De bloemen zijn wit op een kalkhoudende grond en roze op een zure grond. Ze zijn beide even werkzaam.

Lavendel

Bloeiperiode: vanaf juni tm augustus afhankelijk van het weer.
Hoogte: circa 50 cm
Wintergroen: ja
Winterhard: matig
Grondsoort: niet te natte zware grond
Standplaats: zon
Soort gewas: vaste plant
Plant geen peterselie in de buurt van je lavendel. Die twee kunnen zich niet verdragen.
Vermeerderen: kan eenvoudig door te stekken.
Voor stekken neemt men in de lente, of in augustus tijdens het snoeien, gebruik je 10 tot 20 cm lange stekken van de stengel.  Om de plant mooi bossig te houden is het aan te raden ze te snoeien: dat kan gebeuren in augustus, waarna er nog voldoende nieuwe scheuten kunnen worden gevormd voor de winter, of in het vroege voorjaar.
Bij het snoeien moet je erop letten niet tot in het oude hout te snoeien (het hout dat geen blaadjes meer draagt), want dat zal heel moeilijk nog  uitlopen.
Als door omstandigheden de snoei verwaarloosd is, en de planten onderaan kaal en stakerig zijn geworden, kan je dit nog ‘redden’ door de plant op te graven en dieper terug te planten (waardoor de kale takken onder de grond zitten).
De begraven takjes zullen worteltjes gaan vormen – hierdoor kan je eventueel het daarop volgende jaar de plant weer opgraven en scheuren.

Munt

Munt staat als symbool van de gastvrijheid. Bovendien is dit plantje een oppepper van formaat. Vermoeide en triestige zieltjes vinden plots een nieuw elan dankzij het frisse aroma van munt. Een aroma waar trouwens ook in de keuken, zowel bij zoete als hartige gerechten, dankbaar gebruik van wordt gemaakt.

 
Tijm

De talenten van dit veelzijdig en heerlijk geurend heestertje zijn moeilijk in enkele woorden te vatten. Niet alleen vormt tijm een onmisbaar bestanddeel van de Franse gastronomie, bovendien komt het ook je gezondheid op de meest uiteenlopende vlakken ten goede. Wat voor de Grieken en Romeinen een heilige plant was, is voor ons vandaag een hoogst veelzijdig hulpmiddeltje.

 
Daslook (Allium ursinum)

Bloeiperiode: april? / mei / juni
Hoogte: circa 35 cm
Standplaats: halfschaduw
Grondsoort: vochtige, kalkrijke grond
Vermeerderen: door scheuren in het najaar
Katten hebben een hekel aan deze wilde ui
Daslook is een beschermd soort in Nederland
Daslook – leliefamilie (Allium ursinum L. – Liliaceae) In vochtige loofbossen op kalkhoudende grond. Overblijvende plant van circa 35 cm hoog, uit de witgele bollen ontspringen lang stelige elliptische bladeren en een bloemstengel van 20-25 cm lang. De witte stervormige bloemen met 6 bloemblaadjes vormen een scherm vormige bloeiwijze die in mei/juni verschijnt.
De plant verspreidt een sterke knoflookgeur.
Daslook prefereert een vochtige, beschaduwde en beschutte standplaats. De bollen zijn in de handel te koop.
Op de juiste plaats, met jaarlijks een kalkbemesting, zullen zij zich snel vermeerderen, ook koffiedrap werkt goed.

Geen opmerkingen: