Oktober

Het mag dan nu wel herfst zijn maar daarom hoeft uw tuin er nog niet kleurloos uit te zien.
Alle onderstaande planten staan nu nog volop in mijn tuin te bloeien.

Calluna struikheide
 
Calluna struikheide: bloeien van juli tot november. in de kleuren roze, rood, paars en wit.
Standplaats: zon/halfschaduw
Hoogte: circa 25 cm
Snoeien: alleen wilde takjes in het voorjaar.
Plantsoort: vaste plant (groenblijvend)
Vermeerderen: Stekken kan het hele jaar. Maak stekken van ca 10 centimeter. Gebruik stekpoeder voor snelle beworteling. De stek kunt u het beste onder glas of plastic kweken. Na ongeveer drie maanden is de stek beworteld en kunnen ze opgepot worden in kleine potjes. Gebruik stekgrond (turfmolm vermengd met 50 procent metselzand) voor heideachtige planten. Zijn ze groot genoeg plant ze dan in uw tuin als het bewolkt of regenachtig weer is.
Calluna struikheide: snoeien
Deze kunt u het beste vlak na de bloei snoeien. Bij veel van deze Heide soorten past u verjonging snoei toe, dus ieder jaar een gedeelte van de oude takken er tussenuit snoeien.

Hebe andersonii ‘Maria’ groenblad
Hieronder het zelfde soort maar met bontblad,
 
Bloeiperiode:  juli tot oktober, mogelijk ook november, december afhankelijke van het weer, als het dus niet te koud is.
Hoogte: circa 100 tot 150 cm
Standplaats: zon/halfschaduw
Snoeien: alleen wilde takjes in het voorjaar.
Grondsoort: zuur, bij het planten in gewone tuingrond is het aan te bevelen om de plant in turfmolm te planten, en daarna een dun laagje tuin aarde er op strooien.
Winterhart: matig winterhard. Bij strenge vorst de plant beschermen.
Omschrijving: groenblijvende plant met groen of bond blad en aren met bloemen van juli tot oktober.
Vermeerderen: begin van de zomer, stekken snoeien van circa 25 cm in potgrond of goede tuinaarde planten met een tipje stekpoeder er aan mag, maar is niet noodzakelijk.

 
Korenbloem: Centaurea montana
 
Bloeiperiode: mei / oktober
Standplaats: Zonnig, groeit op vrijwel elke grondsoort.
Hoogte: circa 50 cm
Snoeien: wanneer je hem te groot vind worden.
Bladverliezend.
Winterhard: Ja
Vermeerderen: in voor of najaar, delen / scheuren / zaaien

Salvia micrphylla ‘Hot Lips’

Foto gemaakt op 9 oktober 2010
Nederlandse naam: Siersalie
Bloeiperiode: mei / oktober
Hoogte: 70 cm
Bladverliezend: nee
Bloemkleur: wit/rood
Winterhard: tot circa -15 graden

Snoeien:
na de winter terug snoeien.
Vermeerderen: door deling in de herfst na de bloei, of vroeg in het voorjaar.

Tuin Garanium: Eryngium manescavii

Bloemkleur: Roze
Bloeitijd: mei / oktober
Hoogte: circa 40 cm
Winterhard: ja
half groenblijvend.
 Kan zowel in de zon als in de schaduw staan, groeit welig uit.
Snoeien: wanneer je hem te groot vind worden.

Vermeerderen:
door er pollen vanaf te steken. in het voorjaar / najaar.


Kokardebloem: Gailllardia ‘Kobold’

 
Foto 11 oktober 2010
Bloeiperiode:
juni/september/oktober
Standplaats: zon
Hoogte: 40/50 cm
Grondsoort: zand- en kleigrond
Blad verliezend
Winterhard: ja
Om hem over te houden is het beter om deze plant half september terug te snoeien, daar zij anders mogelijk de winter niet overleeft door een tekort aan voedings-stoffen.
Vermeerderen: door te delen/scheuren, in maart tot mei

Zilverwinde ‘Convolvulus cneorum
 
Laaggroeiend: compact heestertje tot circa 45 cm. hoog.
Zilvergrijs blad: bloeit met grote witte bloemen met geel hart.
Bloeiperiode: mei / oktober. Zonnige, beschutte standplaats.
Geen te natte grond. In de winter is hij bladhoudend.
 Winterhard: ja  
Vermeerderen: door afleggen of zomerstek.

Eendagsbloem: Tradescantia ‘Leonora’
Eendagsbloem: Tradescantia ‘Valour’
Kleur: violet
Bloeiperiode: mei/oktober
De eendagsbloem is een heel leuke meerjarige vaste plant die in de winter zijn blad verliest. En heeft zijn naam te danken aan het feit dat de bloem maar een-dag bloeit, maar door zijn vele bloemen valt dit nauwelijks op.
 Snoeien: kan de hele zomer en in het najaar, hoef niet daar het blad gewoon afsterft en een goede vorst bedekking is.
 Winterhard: ja  
Vermeerderen: door ze in oktober/november te delen/scheuren, en ze tegelijk weer ergens anders in uw tuin te planten zodat u er nog meer plezier van kunt hebben.

 
Vetplant: Sedum -Muurpeper
 
 
De Sedum is er in allerlei variaties, van bodembedekkers tot planten van een halve meter hoog. Men treft ze over de gehele wereld aan. De lage soorten vetkruid zijn uitstekend geschikt voor rotstuinen. Ze groeien zelfs op muren en daken. Het vetblad dient als waterreservoir waardoor ze een lange tijd zonder water kunnen.
Bloeiperiode: augustus/oktober
Winterhard: ja  
Snoeien: wanneer je hem te groot vind worden, of hem scheuren en ergens anders in je tuin planten.
De Sedum Acre is een zode vormend plantje en wortelt zeer oppervlakkig. Elk bloemetje levert zaad, dus het is raadzaam om ze na de bloei te verwijderen.
De wat hogere soorten hebben groter blad en groeien graag in gewone tuinaarde, geef ze wel wat extra steun want ze willen wel eens uit elkaar vallen. Al voor de bloei is de plant prachtig om te zien en ook na de bloei blijft hij aantrekkelijk tot in de wintermaanden als er een laagje rijp of sneeuw op ligt. Het zijn echte bijen en vlinderlokkers.
Vermeerderen: Door scheuren

Hortensia’s in de tuin 
Zo ziet hij er nu uit
 
Bloeiperiode: juni?, juli/oktober, afhankelijk van de omstandigheden.
Bolhortensia’s (Hydrangea macrophylla) zijn volop te koop als kamerplant. Je kunt ze echter ook heel goed in de tuin zetten. In augustus gekochte planten hebben nog voldoende tijd zich voor te bereiden op de winter. In een ruime tuin is een flinke groep erg mooi. Op een vochtige plek kunnen ze volle zon hebben. Zet ze bloeiend en wel in de grond en geef volop water. De bloeiwijzen kunnen tal van nuances blauw en rood hebben. De zuurgraad van de grond heeft invloed op de kleur. Blauwbloeiende hortensia’s hebben de neiging roze te worden in kalkrijke grond.
Hoogte: circa 150 cm
Winterhard: ja
Snoeien: wanneer je hem te groot vind worden, in het voorjaar. 
Vermeerderen:
Hortensia’s zijn te vermeerderen door zomerstek.
U knipt een jonge tak met 2 tot 3 bladparen af en zet hem in een pot met goede potgrond. Hierna
geeft u water en dekt de plant af met een stukje doorschijnend plastic, om verdamping tegen te
gaan. Na ongeveer 2 weken zitten de eerste wortels er al aan en kan het plastic er af.

Clematis Blue Boy
En zo ziet hij er onder nu uit met wat regen druppels er op,

Bloeiperiode: mei / oktober
Goed winterhart.
Vermeerderen: Komt ieder jaar met meer scheuten uit de grond, zodat u de nieuwe scheuten weer op een andere plaats kunt planten.

Persicaria of Duizendknoop
Persicaria of Duizendknoop, bloeit met dieproze en witte bloemaartjes en is een
mooie bodembedekker voor in de tuin. Ze houden van vruchtbare vochthoudende
grond, zon of halfschaduw.
Bloei tijd: vanaf mei tm september/oktober?
 Winterhard: ja  
Hoogte: circa 25 cm
Vermeerderen: door ze te scheuren. kan in het voorjaar, en in het najaar.

Deze is met veel meer wit er in

Vlinderstruik
 
Buddleja davidi-Vlinderstruik
Bloeiperiode: juni?, juli/oktober , afhankelijk van de omstandigheden.
De vlinderstruik met zijn prachtige pluimen zijn een lustoord voor vlinders en bijen doen zich te goed aan de nectar wat onder in de bloemen zit. De vlinderstruik komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, Zuid-Afrika en Zuid-Azië. Het nadeel hiervan is dat de planten niet goed bestand zijn tegen al te strenge winters en daarom moeten ze ook niet voor de winter gesnoeid worden.
Deze snel groeiende plant met wat rommelige bloeiwijze is uitstekend geschikt om de schutting uit het oog te onttrekken. Vanwege zijn snelle groei is hij daardoor uitermate geschikt voor nieuwe tuinen. Vlinderstruiken kunnen wel tot 6 meter hoog worden, door ze op tijd te snoeien kunnen ze in toom worden gehouden.
Standplaats: zon/halfschaduw
Snoeien: Snoei de vlinderstruik in maart terug tot circa 50 cm boven de grond., dit om kale onderkanten te voorkomen.
Vermeerderen: In oktober kunnen we een 30cm stek met hieltje nemen met wat zijschuiten, nadat deze geplant is zal de stek spoedig wortelen. Zij kunnen in het voorjaar worden uitgeplant.
De stekken afleggen werkt ook goed.

 Sundaville Dark Red
Sundaville Dark Red, zowel binnen als buitenplant.
Bloeiperiode: vanaf juni/oktober
Hoogte: circa 50 – 75 cm
 
 Deze plant heeft een zeer rijke bloei, groeit snel en is goed vertakkend.
Is zeer compact, en verdraagt volle zon tm 28 gr, en half schaduw, bij een temperatuur boven 28 gr voorkeur halfschaduw. Is makkelijk te verzorgen, verbruikt niet zoveel water.
Als kamerplant, binnen overwinteren in 10 à 16°C bij het raam en april/mei mogen ze terug naar buiten. In huis iedere 2 weken plantenvoeding bloeit in huis bijna het hele jaar.
 Als buiten plant, in de wintertijd beschermen tegen nachtvorst.

Herfstaster: Novi-Belgii “Damnacus”

Bloeiperiode:
september/oktober/november? afhankelijke van het weer.
Hoogte: circa 100/150 cm
Standplaats: zon/halfschaduw, vochtig/doorlatend  
Grondsoort: geen voorkeur  
Winterhard: ja  
Plantgroep: vaste planten
Snoeien:Asters kan je na de bloei snoeien tot ongeveer 10cm boven de grond, ter bescherming tegen het invriezen is dat beter dan ze helemaal tot aan de grond af te snoeien.
Normaal kan je alle vaste planten zowel in het najaar als in het voorjaar snoeien.
Vermeerdering: delen in de herfst of in de lente: kan ook door zachte stekken in de lente, of zaaien in mei tot juli .
Hier onder de Herfstaster (Aster novae angliae Purple Dome)

Hoogte: circa 50 / 70 cm
Hier onder nog een mooie Herfstaster.
Herfstaster ‘Agastache Blue Fortune’
 
Hier onder de Sluier Aster

Foto gemaakt: op 2 november 2009
Bloeiperiode: van juni tot november
 

 September-Charm Anemone
Late bloeiers zijn er genoeg, maar er zijn er maar weinig zo mooi als herfstanemonen. Je hebt twee soorten: Anemone hupehensis en Anemone hybrida. Beide met groot, diep ingesneden blad, vrij lange stengels en simpele, maar wonderschone bloemen.
Bloeiperiode: van augustus tot november
Een bekende herfstanemoon is Anemone hybrida ’Honorine Jobert’. De bloemen zijn stralend wit, met opvallende gele meeldraden in het hart. Anemone hupehensis ’September Charm’ heeft halfgevulde, donkerroze bloemen. Anemonen willen graag doorlatende humusrijke tuingrond, waarin ze diep kunnen wortelen.
Hier onder staat hij voor de Hedra om een mooier contrast te
laten zien hoe je een donkere achtergrond ook op kan fleuren.
Herfstanemoon is Anemone hybrida ’Honorine Jobert’.
Geef ze een plekje in de halfschaduw: ze houden van gefilterd licht.
Het is verstandig om de planten in hun eerste winter af te dekken, bijvoorbeeld met een laag blad.
Hoogte: circa 100/150 cm
Winterhard: ja
Snoeien: aleen de uitgebloeide stengels er uit snoeien.
Bijzonderheden: De anemoon is een vlinder-lokker en giftig.
Gif: blad, sap bij inname vers sap bij aanraking.
Symptomen: braken, branderig gevoel in mond en keel, darmklachten, buikloop
Vermeerderen: Als het blad en de stengels zijn afgestorven kunnen de planten worden gedeeld en herplant. Zaaien is ook mogelijk maar vraagt enige jaren geduld. Herfstanemonen kun je vermeerderen door stekjes te maken van de wortels. Snijd wat dikke wortels van de plant en zet deze weer terug in de grond. Snijd de wortels in stukjes van 5 cm en steek deze in een potje, zorg er voor dat de bovenkant van de wortel iets boven de grond uitsteekt. De wortels lopen vrij snel uit en kunnen dan worden opgekweekt.
Voor een lange bloei is het belangrijk om iedere dag de uitgebloeide knoppen er uit te knippen.

Herfst Asters kan ook goed in combinatie met de Anemoon
Met de onderstaande Aster er ook nog bij is het helemaal feest.

Hoogte circa 100 – 150 cm

Phlox paniculata Eva Foerster
Foto hier onder, zo ziet hij er nu uit datum in de foto
En nu hier onder is hij nog steeds prachtig
Phlox drummondi
Bloeiperiode: juni/oktober (2e bloei)
Nederlandse naam: vlambloem
Standplaats licht: zon/halfschaduw
Plantsoort: meerjarige vaste plant
Grondsoort: Geen voorkeur
Bloemkleur: Roze/karmijn
Wintergroen: Nee
Winterhard: Ja
Hoogte: circa 100 cm
Snoeiperiode: Als de planten in de herfst zijn uitgebloeid,
moeten ze tot de grond toe worden terug gesnoeid.
Vermeerderen: delen/scheuren, of wortelstek in het voorjaar
 

  Fuchsia Magellanica
Fuchsia-Bellenplant:
Bloeiperiode: van juni tot november
De uit Chili afkomstige Fuchsia Magellanica is de enige soort die redelijk winterhard is en kan goed in de border worden gebruikt, hij kan wel 1.5 meter hoog worden.
Met winterharde fuchsia’s zijn er geen probleem zouden wij denken. Deze laten wij fijn buiten overwinteren. Dit is echter net iets te positief gedacht. Onder winterharde fuchsia’s verstaan we fuchsia’s die met een zekere verzorging en bescherming gedurende de winter in de volle grond kunnen blijven staan. Het bekendst zijn de Fuchsia’s magellanica en Fuchsia regia, beiden in het wild voorkomende fuchsia’s.
Het meeste succes op een goede overwintering hebt u wanneer u een minstens één jaar oude plant na eind mei buiten uitplant en daarbij een kuiltje rond de plant laat. Dit is gemakkelijk bij het eventuele water geven en bovendien slibt het in de loop van het seizoen dicht, waardoor ook de onderste vertakkingen in de grond komen. Hierdoor vormen zich extra wortels.
Een stevige wortelkluit geeft een betere kans tot overleving in de winter. In het najaar snoeien we ze niet terug, dat doen we dus in het het voorjaar. Wel dekken we de plant tegen vorst met sparrengroen af. Het voordeel van winterharde fuchsia’s is dat er geen winterberging nodig is. Er ontstaan zeer bossige struiken met vele uitlopers vanuit de grote wortelkluit.
Er zijn op de hortensia na – weinig struiken die in de schaduw gedijen en die bloeien van juni tot november. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen een grootbloemige fuchsia, zoals Dollar Princess, zomaar naast subtiele borderplanten als Zeeuws knoopje en hemelsleutel plant. Maar er zijn ook fuchsia’s met meer verfijnde bloemvormen, zoals bijvoorbeeld de wilde Fuchsia magellanica. Voor een iets grotere bloem is er de cultivar Riccartonii. En wie niet bang is voor karmijnrood met gloeiend paars, zou eens naar Enfant Prodigue kunnen uitkijken – een goed winterharde fuchsia van zo’n anderhalve meter hoog.
 Winterhard: ja  
Vermeerderen: in augustus als je volgend jaar een tuin vol Fuchsia’s en Geraniums wil hebben, is het dan de tijd om te beginnen met stekken. Neem 5 tot 8 cm lange stekken van de moederplanten die sterk zijn en rijk bloeien. De stekken plant je in bloempotten gevuld met 50 procent hoeveelheid potgrond en 50 procent scherp zand goed door elkaar gemengd. Zorg dat de stekken vochtig blijven, maar niet te nat, lucht de plantjes regelmatig. Na enkele weken zullen de stekjes geworteld zijn en kunnen deze geplant worden in grotere potten met normale potgrond. Zorg er wel voor dat de planten koel en vorstvrij blijven (10 graden) en overwinteren in een lichte omgeving. 

  Meisjesogen

De Meisjesogen verlangen naar een zonnige en goed doorlatende vruchtbare tuingrond.
Het is geen overbodige luxe om ze op te binden als ze op een wat onbeschutte plek staan. Na de bloei de uitgebloeide bloemen verwijderen, soms komt er nog een nabloei. In het najaar snijden we de bloemstelen tot ongeveer 10 cm boven de grond af.
Bloeiperiode: van juni / oktober.
Vermeerderen: door delen / scheuren.
Winterhard: ja  


Alant: Inula orientalis

Bloeiperiode:
juni, juli, augustus, september, oktober, 2e bloei
Hoogte: circa 70 cm
Wintergroen: bladverliezend, vaste plant  
Winterhardheid: goed winterhard  
Standplaats: zon/halfschaduw
Plantsoort: meerjarige vaste plant
Gele composietachtige bloemen, zeer goede snijbloemen.
Kenmerk: vaste planten voor een kalkrijke droge grond, ook doen ze het ook goed in normale tuingrond.
Vermeerderen: delen/scheuren, in voor of najaar
 

Zonnebloem Helenium ‘autumnale’
Bloeiperiode: augustus/oktober
Bloeikleur: geel
Hoogte: circa 200 cm
Winterhard: ja  
Grondsoort: goeddoorlatende grond
Standplaats: zon/halfschaduw
Vermeerderen: door in het vroege voorjaar zij scheuten af te steken en ergens anders te planten in uw tuin, of zaaien in het voorjaar van af half mei.
 

 
Monnikskap: Aconitum ferox
Monnikskap: Aconitum ferox
Bloeiperiode: augustus/oktober
Hoogte: circa 160-180 cm
Kleur: blauw
Winterhard: ja  
Vermeerderen: delen/scheuren, grote pollen om de 2 a drie jaar – in het najaar of  het voorjaar in mei,  in stukken, zodat de plant sterk en jong blijft.
Het planten kan het beste gebeuren in het najaar of vroeg in het voorjaar.  
Zaaien kan in het voorjaar in potten en in de koude bak.  
Ook kunnen ze zeer snel en eenvoudig worden vermeerderd door middel van wortelstek

Stokroos ‘Alcea rosea’
 
De stokroos (Alcea rosea) is een 2-jarige plant.Hij groeit bij voorkeur op doorlatende, humeuze, kleihoudende grond, op een warme, zonnige plek. De planten kunnen wel 2 m hoog worden.
Bloeiperiode: juli, tot oktober
Standplaats: Hij groeit bij voorkeur op doorlatende, humeuze, kleihoudende grond, en op een warme, zonnige plek.
Winterhard: ja/redelijk
Bijzonderheden: Na de bloei sterft de plant af. De afgestorven stengel kan in het najaar na de bloei afgeknipt worden. Aan de voet van de plant vormen zich meestal nieuwe uitlopers. Wanneer deze ‘stekken’ in de winter afgedekt worden met een laag blad of stro ter bescherming tegen de vorst, kunnen het volgende jaar op dezelfde plek weer nieuwe bloeiende planten staan. Bij vochtig weer kan de plant last krijgen van schimmelinfecties zoals roest.
Stokrozen kunnen zich sterk uitzaaien. Als dat niet gewenst is kunnen na de bloei de bloemen verwijderd worden, zodat geen zaad gevormd wordt.
Vermeerderen: Planten gezaaid in mei of begin juni maken het eerste jaar alleen een bladrozet, en bloeien pas het jaar daarop. Wordt in augustus of september gezaaid, dan bloeit de plant (afhankelijk van het weer) in het tweede of derde jaar na het zaaien.
Worden ze heel vroeg binnenshuis gezaaid, bijvoorbeeld in maart, en u plant ze als ze groot genoeg zijn circa 5 cm in potten en u ze half mei uitplant in de tuin, dan kunnen de planten als het weer mee zit nog hetzelfde jaar gaan bloeien.

Hier onder staat de zaailing
Stokroos-zaailing
Foto gemaakt op: 30 oktober 2009
Deze is in huis voorgezaaid op 27  februari 2009, en op 2 juni 2009 uitgeplant in mijn tuin.

 Spierstruik: Spirea japonica ‘Genpei’

Bloeiperiode: juni/oktober
Standplaats: zon/halfschaduw
Snoeien: direct na de bloei
Snoeiwijze: mag sterk gesnoeid worden indien gewenst
Grondsoort: niet zo belangrijk
Hoogte: circa 60/80 cm
Blad verliezend
Winterhard: ja
Vermeerderen: door de scheutstekken of houtige winterstekken

De bloeiende Dahlia’s die nu nog mijn tuin staan.
 
Dezelfde hieronder 150 cm hoog zie datum,
 
De Cactus Dahlia 150 cm hoog dezelfde hier onder
 
 

Deze lage Dahlia’s bloeien meestal al vanaf half juni
Bloeiperiode: juli/oktober
Dahlia’s golden lange tijd als een beetje tuttige, ouderwetse bloemen. Maar nu zijn ze weer helemaal ‘in’. En terecht. Van dahlia’s heb je tot ver in de herfst plezier, zowel in huis als in de tuin.
Zet meerdere soorten in uw tuin indien hij groot genoeg is daar al die verschillende kleuren een lust voor het oog zijn.

Exemplaren met enkele of halfgevulde bloemen ogen het meest natuurlijk in de border.
In de vaas komt het uitbundige type beter tot z’n recht, bijvoorbeeld de zogenaamde cactus- of pompondahlia’s.Dit soort dahlia’s, met grote, zware bloemen, moet goed worden gesteund, soms wel met een stok per stengel.
Gaten vullen in de borderVul rond deze tijd wat potten met kleurrijke bloeiers. Die kun je dan gebruiken om gaten in de border op te vullen. Dahlia’s en lelies zijn hiervoor heel geschikt. Ook hoge eenjarige, als siertabak en Salvia patens geven een mooi effect.
Vermeerderen: Kinp de bloemen uit de dahlia’s en laat ze in de tuin staan tot het blad uitgestorven is, haal ze nu uit de grond en knip de stengels ervan tot op 10 cm boven de knollen af, maak de knollen wel goedschoon van de resterende aarde. En bewaar ze de hele winter op een koele en niet te droge plaats, om de knollen er van dan half mei weer in de volle grond te planten. ( lijkt het er op dat ze te veel zijn uitgedroogd? leg ze dan een paar uren in een teil met lauw water, of in een emmer, zodat ze er weer fris uitzien om dan geplant te worden)
Vermeerderen: Door te zaaien.
Laat enkele uitgebloeide bloemen staan en rijpen, bewaren tot het voorjaar, zaaien in een bakje met potgrond dan spenen in potjes met potgrond en daarna in de volle grond poten. Ongeveer half mei.
Winterhard: nee

Passiebloem Passieflora Wit Deze witte bloeit wat later zoals u aan de datum kunt zien.
Passiebloem

De Passiebloem is er dit jaar erg vroeg bij in mijn tuin, normaal begint hij begin juni te bloeien.
De passiebloem is een snel groeiende klimmer met grote exotische bloemen. Uit deze bloemen steken helmdraden met blauwe en paarse banden. De passiebloem is niet erg winterhard maar u kunt ze in de volle grond zetten, maar zet ze dan op een beschutte plek in de zon die goed water doorlatend is. Help hem in het begin even een handje met klimmen door hem vast te binden, en geef ze regelmatig water indien het droog weer is. Breng in het najaar een flinke laag blad aan rond de voet van de plant. Na een warme zomer komen er zelfs vruchten aan, de smaak van deze passievrucht is niet echt smaakvol.

Passiebloem vrucht. Foto gemaakt: 25-10-2007
 

Bloeiperiode: van mei tot oktober
Gevoelig voor bladluizen en spint.
Snoeien:
In het voorjaar. Dode takken terug knippen, de hoofdtak wordt tot ongeveer 1 meter terug gesnoeid.
 Winterhard: ja / matig  
Vermeerderen: door afleggen of zomerstek.
Stekken.
Normaal kunt u van de hele plant stekken snijden, zowel tussenstek als kopstek. Een uitzondering vormen de delen die teveel ver-hout zijn en een kopstek die te slap of te jong is. Een goede stek is stevig en heeft twee ogen of knopen. Snij de stek net onder het onderste oog schuin af, zodat u boven- en onderkant kunt onderscheiden. Het is beter om de gesneden stekken eerst een nacht in koel water, evt. met een lichte oplossing voeding te zetten, voor dat u ze op gaat potten. Dit geeft de stek de kans om zoveel mogelijk water en voeding op te nemen via het blad. Verwijder voor het oppotten schutblaadjes, ranken, bloemknoppen en onderste blad(eren), maar laat de bovenste bladeren zitten. Zet de stek met een oog of knoop in de grond en met een oog boven de grond (met daarboven stengel van ± 5 cm). Als de stengel boven aan te ver (voorbij het oog) indroogt kan het ondergrondse oog ook nog voor uitlopers zorgen. Stekpoeder is goed maar niet noodzakelijk.
Stekken in water:
Dit is wel de meest succes volle methode?, neem een potje en vul dat met schoon leiding water voor een kwart vol en doe er een mes puntje stekpoeder in zorg ervoor dat de stekpoeder goed vermengd is met het water, en neem dan een stevige scheut van de Passiebloem van circa 15 cm steek de stek in het potje en wacht tot er wortels aan komen van circa een halve cm, en plant hem dan in goede tuinaarde. De wortelvorming kan ongeveer 2 weken duren afhankelijk van het weer, hou wel het water peil in de gaten zodat stek niet droog komt te staan, daar het water bij erg warm weer snel verdampt.

Hier onder ziet u de lampion nog in zijn herfst glorie
Winterhard: ja  

Laat afgevallen bladeren liggen?.
Veel bomen en struiken laten in de winter hun blad vallen om te voorkomen dat ze bij vorst uitdrogen. Het afgevallen blad is tegelijk een ‘deken’ voor de aarde: het isoleert en beschermt. Planten (wortels) en dieren overwinteren in en onder de blad laag. Het blad verteert tot humus, waardoor de grond het vocht beter vasthoudt. Laat het afgevallen blad dan ook zoveel mogelijk liggen.
TIP: Haal het blad wel weg op plaatsen waar het lastig of schadelijk is, zoals het gazon, de vijver en op paden.
TIP: Vroeg bloeiende bollen en knolgewassen planten
Vroeg bloeiende vaste planten (ver) planten
Pioenrozen en hosta’s delen
Winterstekken nemen van heesters
Zogenaamd ‘bijgoed’ planten.
Tulpen, narcissen en hyacinten ken je, net als blauwe druifjes en krokussen. Maar er zijn veel meer bol-en knolgewasjes die erg leuk staan in de tuin. Die hele groep van tamelijk onbekende soortjes wordt ‘bijgoed’ genoemd, de kwekers telen ze er zo’n beetje bij. Maar er zitten prachtige tussen: sneeuwklokjes, kleine irissen, winterakonieten, lenteklokjes, sneeuwroem en echte botanische krokusjes. Je kunt ze nu allemaal kopen en planten. Vooral de klokjes en akonieten zijn ideaal voor verwildering. Eenmaal geplant heb je er geen omkijken meer naar. Ze vermeerderen zich ieder jaar vanzelf. Plant groepjes van zo’n 20 à 30 stuks, 3 cm uit elkaar en ca. 5 cm diep. De mini-irisjes plant je ook zo, sneeuwroem met zijn prachtige blauwe bloempjes moet je op 5 cm uit elkaar planten.
Niet-winterharde bollen en knollen oprooien.
Als het blad van de dahlia’s zwart wordt, is het tijd de knollen te rooien. Snijd de stengels kort af, laat de knollen drogen en sla ze vorstvrij op in dozen of kistjes met tuinturf. Hetzelfde geldt voor Canna’s, knolbegonia’s, fresia’s, Acidanthera, Tigridia, Gloriosa etc.

Hier onder de Gladiolen-bollen.

 
Plantperiode: begin april tot half mei

Bloeiperiode: juni/juli/augustus

Vermeerderen: indien de Gladiolen-bollen goed gedroogd zijn, dan is het tijd om ze te pellen,
Dit doet men door de oude wortel die aan de bol zit er vanaf te halen, en de zaadbolletjes (kralen) die daar weer aanzitten kunt u in april ook weer uit planten.
Het eerste jaar zullen er waarschijnlijk nog geen bloemen in komen, maar door ze in het najaar weer te rooien kunt u ze het jaar daarop weer uitplanten om dan wel prachtige bloemen er uit te kunnen plukken om ze in huis in de vaas te zetten.

Pioenen planten of verplanten (zo ondiep mogelijk).
Rozen zonodig iets inkorten.

Zijn tegels door algengroei glad geworden, dan kunt u ze schrobben met scherpzand (milieuvriendelijk).

Dahliaknollen overwinteren 
Felle kleuren zijn niet alleen in het interieur in de mode. Ook in de tuin zie je steeds meer gewaagde kleuren. Daarom zijn ook dahlia’s weer in trek. Met hun vrolijk gekleurde bloemen kun je de gewaagdste combinaties maken. Let er wel op dat je de dahliaknollen voor de eerste nachtvorst uit de grond haalt. Bewaar ze in kistjes met droge turfmolm of zand. In mei mogen ze weer de grond in.
Dahlia’s vermeerderen door knoldeling:
Op deze manier van vermeerdering moet u er altijd voor zorgen dat er per af te snijden of te scheuren knoldeel per deel een stuk van de oude kraag van de knol meekomt. Uit dat deel ontwikkelen zich later de stekken. Knollen alleen geven dus geen stekken let daar dus goed op. Het aantal planten, dat u door deze vermeerdering krijgt, hangt dus nauw samen met de structuur van de wortelstok van een plant.
Hoe meer knollen een plant heeft, hoe meer delen u er vanaf kunt nemen die straks weer zelfstandig zullen groeien. Plant de knollen nu op 40 a 50 cm afstand van elkander om een goede groei en bloei te krijgen. Deze wijze van vermeerdering is vooral bedoeld en interessant voor het krijgen van meer planten.
Hoe dahlia’s nog  meer te vermeerderen zijn:
De knol in het voorjaar in vochtige potten, oppotten en ze laten uitlopen zodat je er stekken van kan snijden. Een dikke knol kan zes scheuten op leveren die eraf kunnen wanneer ze langer dan 10 cm zijn. Snij de scheuten met een scherp mes af, doop iedere scheut met de onderkant van ongeveer 2 cm in de stekpoeder, en na een paar weken heb je nieuwe planten. De knol zal dan weer nieuwe scheuten maken, zodat je dus het hele proces een paar keer kunt herhalen.



Pioenrozen, planten
 
Pioenen zijn prachtige planten. Zó mooi dat ze ook pioenroos worden genoemd. De toevoeging ‘roos’ is een aanduiding van schoonheid, die je vaker bij mooie bloemen tegenkomt. Denk maar aan kerstroos, klaproos en tuberoos. Pioen bloeit tussen eind april en begin juni.
De beste planttijd is oktober.
Bij het planten moeten de neuzen (groeipunten) net onder de grond komen. Maak een ruim plantgat en meng compost door de tuingrond. Pioenen houden ook van champignonmest en een beetje (poeder)kalk. De grond moet goed afwateren. Pioenen bloeien rijker naarmate ze langer vast staan. Zet ze dus op een plek waar ze jarenlang ongestoord kunnen groeien.
Snoeien: als de bladeren lelijk worden in de herfst, knip dan de stengels tot net boven de grond af. De afgeknipte takken en bladeren mogen niet op de composthoop en laat niets achter in de tuin. Op het snoeiafval kunnen schimmels (botrytis) overwinteren die in het voorjaar de pioenroos aantasten. Geef ze tegelijk een flink portie mest en laat de planten verder met rust.
Winterhard: ja  
Vermeerderen: Rooi in het najaar of vroege voorjaar de oude pol. Oude stukken van de pol verwijderen en jonge gezonde stukken opnieuw planten. Let er wel op dat er aan de dikke vlezige worteldelen wat knoppen (ogen) zitten. Plant ze zo dat de nieuwe knoppen niet dieper dan circa 4 of 5 cm in de grond komen te staan. De groei naar een plant met veel bloemen duurt ongeveer 2 jaar.

Vroege bloei voor-bereiden 
Veel kleine bolgewasjes bloeien al vroeg. Daarom moeten ze bijtijds de grond in. Wacht dus niet te lang met planten! Maak bij voorkeur grote groepen, dan komen winterakoniet (zie foto), krokus en sneeuwklokje (Galanthus) het best tot hun recht.
Deze bolgewasjes zijn ideaal voor onder bomen of struiken. Voor een plek met veel schaduw is daslook (Allium ursinum) geschikt, tenzij je niet houdt van hun uiengeur in april en mei. Een geurloos alternatief is vogelmelk (Ornithogalum umbellatum) of, voor lichte schaduw, knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans).

 
Haal kuipplanten naar binnen
   

Halverwege de maand neemt de kans op nachtvorst toe. De meeste kuipplanten moeten daarom verhuizen naar een vorstvrije plaats. Ze gaan in rust en hebben minder warmte, water en voedsel nodig. De meeste planten kunnen flink terug gesnoeid worden. Zo nemen ze minder ruimte in en is er minder kans op ziektes (dit wel regelmatig blijven controleren). Wees zuinig met watergeven. Hoe donkerder de overwinteringsruimte, hoe minder water.


Knollen rooien 

In de zomer bloeiende knol- en bolgewassen zoals dahlia,
gladiool, begonia, Kaapse hyacint (Galtonia) en bloemriet (Canna) zijn niet bestand tegen vorst. Je moet ze dus opgraven en vorstvrij bewaren. Het is handig te wachten tot de eerste nachtvorst: de bovengrondse delen van de plant zijn dan al aan het afsterven.

Graaf de knollen voorzichtig op of haal ze uit de pot waarin ze staan.
Knip de stengels enkele centimeters boven de knol af.
Droog de knollen eerst op een luchtige plaats.
Zodra ze droog aanvoelen kunnen ze in kistjes met turfmolm of kranten worden gelegd.
Hang er etiketjes aan, dan weet je welke bloemkleur bij de knol hoort.
Zet de kistjes op een koele plek en controleer de knollen regelmatig. Zijn ze te nat, vervang dan eventueel de turfmolm. Zijn ze te droog, bespuit ze dan met de plantenspuit.

De laatste keer  

In deze herfstmaand kan het gazon voor de laatste keer worden gemaaid. De temperatuur gaat naar beneden en het gras groeit nu minder snel.
In een heel zachte herfst kan het nodig zijn om nog een keertje te maaien, maar laat het gras liever wat te lang de winter ingaan dan super kort. Vang het afgemaaide gras op of hark het weg.



 Wintergroene struik planten
 Aucuba japonica ’Variegata’ (Broodboom)
 
Een makkelijke groenblijvende struik die mooie decoratieve rode bessen geeft. Het is overigens wel een giftige plant. Daar hij licht toxisch is bij inname, en kan dan ook duizeligheid, braken, en koorts veroorzaken.
Vermeerdering: gebeurt door stekken.
Zo weet je ook wat je kan verwachten van de plant (zelfde eigenschappen als de moederplant).
Laat per stek maximaal 3 bladeren staan.(Verwijder de rest). Gebruik stekpoeder om met een goede start te beginnen. Een goede mengeling is 1/2de scherp zand en 1/2de kompost als stekgrond. Je kan de stekken ook lang aanzetten (lange vlaksnede) en vervolgens in een emmer met water zetten. Je zal zien dat er eerst “callus” gaan vormen, waaruit de wortels gaan groeien. Vanaf het moment dat er voldoende zijwortels aangemaakt zijn kan je beginnen om ze te gaan planten in goede tuinaarde.

Begin oktober is een goede tijd om wintergroene struiken te planten.
Let er bij het kopen van de struik altijd op dat er een flinke, goed doorwortelde kluit aanwezig is.
Graaf een ruim plantgat.
Zet de plant in het gat, met de bovenkant van de kluit net zo hoog als het niveau van de omringende aarde.
Verbeter de uitgegraven grond met bemeste tuinaarde of potgrond en vul het gat hiermee aan.
Trap de aarde rond de plant goed aan en zorg voor een geultje rond de kluit waarin je water kunt geven.
Laat de grond niet uitdrogen en geef de struik extra bescherming van bijvoorbeeld een rietmat bij strenge vorst en harde wind.

Niet afknippen
 
 
Knip nu niet alle uitgebloeide planten af, veel soorten blijven de hele winter mooi en zijn vooral met een laagje sneeuw of rijp nog heel decoratief. 
Laat ze daarom gewoon staan en ruim alles pas in het voorjaar op. Dat geldt bijvoorbeeld voor de engelwortel (Angelica, zie foto), rode zonnehoed (Echinacea), dille, distels en siergrassen.

 
Plant nu een roos

Deze maand kun je rozen planten.
Vanaf half oktober worden ze uit de volle grond geleverd. De grond is tot in december nog redelijk warm, zodat de rozen voor de winter al wortels vormen. Plant de gekochte rozen zo snel mogelijk.

Graaf altijd eerst een ruim plantgat van ongeveer 50 x 50 cm.
Zet de roos zo diep dat het oculatiepunt (de verdikking boven de wortels waarop de roos is veredeld) ongeveer 4 cm onder de grond komt. Verbeter de grond met rozenaarde, goed verteerde koemest of compost en vul het gat.
Trap de aarde rond de struik aan en geef ruim water. Om de roos in de winter te beschermen tegen vorst schep je een heuveltje aarde over de voet van de struik (aanaarden).

Heide: CALLUNABeoley Gold
 
Calluna wordt vooral gekocht voor het loof. Het is zuiver geel, ook in de winter. De bloem is wit van augustus tot september. De groeiwijze is opgaand, tot 50 centimeter hoog.
CALLUNA – BEZEMHEIDE
Veel gebruikte en zeer bloeirijke heidegrondplanten. Komen zeer goed tot hun recht in rots- tuinen, in grote groepen, in borders en natuurlijk in heidetuinen. Alle calluna’s zijn zomerbloeiend en worden het beste jaarlijks in de lente kort tot op ± 15 cm boven de grond teruggesnoeid. Zo krijgt u dus prachtige lage gevulde planten. Ze zijn goed te planten in zure grond. Plantafstand : 30 tot 40 cm.



 
 
Dopheide( Erica Carnea)


Deze heide kan weer beter tegen vocht, dus plant deze in de diepere gedeeltes van de tuin.
Erica Carnea bloeit iets later dan de Calluna, van februari tot en met april. De bloemetjes zijn paarsroze. De dopheide wordt tussen 20 en 25 cm hoog.
Het meest geschikt om een tapijt te vormen is de Erica Carnea. Erica’s worden op een onderlinge afstand van 30 cm geplant. Na 2 à 3 jaar is het tapijt gesloten en goed beloopbaar.
Snoeien:
Heide moet elk jaar worden gesnoeid om breed uit te groeien. Wanneer de heide te groot groeit, verhouten de takken en dan zal het minder goed bloeien. Gebruik een scherpe snoeischaar of heggenschaar en snoei de planten op een derde terug. Zorg dat de vorm een beetje bol wordt. Allebei de soorten kun je het beste direct na de bloei snoeien.
Planten/verplanten: Oktober of in het voorjaar in Mei.

Tuin klussen algemeen in oktober.
Ruim de borders op, maar knip niet alle uitgebloeide bloemstengels weg. Dan vriezen de planten in.
Laat in de border rustig wat afgevallen blad liggen. Het is voeding voor volgend jaar en beschermt de planten tegen vorst.
Zet vorstgevoelige planten binnen.
Behandel het terras of het pad eventueel tegen aanslag van groene algen. Deze maken de bestrating in de winter spiegelglad .Gebruik hiervoor scherp metselzand.
 
Planten.
Plant van oktober tot december bollen en knollen van voorjaarsbloeiers.
Ook winterbloeiers kunnen worden geplant, zoals heide (Erica) en viooltjes, of struiken die bes dragen in de winter.
Plant deze maand bomen (bij voorkeur in container), struiken en rozen.
Plant nieuwe vaste planten of scheur oude en gooi het hart weg.
Haal bollen en knollen van begonia’s, canna’s, gladiolen en dahlia’s uit de grond. Droog ze en bewaar ze in kranten op een luchtige plek.
Pioenen willen liever niet verplant worden, maar als het toch moet, is oktober is de beste maand.
Haal geraniums, petunia’s en dergelijke naar binnen als ze moeten overwinteren. Kort ze eerst wat in en zet ze op een vorstvrije, droge en luchtige plaats. Weinig water geven.
Snoeien.
Hagen kunnen nu nog een 3e snoeibeurt krijgen.
Bomen met een vroege sapstroom zoals esdoorn, berk, walnoot kunnen nu al worden gesnoeid.
Weet je het niet zeker, vraag dan advies!
Snoei uitgebloeide vaste zomerbloeiers terug, maar niet zover dat ze kunnen invriezen.
 
Vermeerderen.
U kunt nog tot half oktober planten scheuren.
Zwakkere soorten zoals herfstanemonen en de siergrassen kunt u het best in maart verplanten.
Vorst gevoelige planten zoals de Gunnera en de Agapanthus en winterharde exoten beschermen tegen de vorst. Afdekken met luchtig materiaal en daarboven een afdekking aanbrengen die een teveel aan vocht tegenhoud.
 
Groenblijvende struiken kunt u nu verplanten.
Vele planten hebben nu rijpe zaden of bessen, verzamel ze voor de vogels ermee vandoor gaan.
De Hortensia’s nu aluin geven voor de blauwe bloemkleur.
De hanging basket kunt u nu beplanten met viooltjes, klimop, en natuurlijk bolletjes en knolletjes, en andere leuke herfstplanten.
Klimrozen en stamrozen kunt u nu snoeien.
Coniferen verplant u het best in de maand oktober en anders in de maanden maart en april.
 
Op de afgevallen bladeren van rozen zitten vaak schimmelsporen van roest en sterreroet.
Als we de bladeren niet opruimen dan zullen deze in de lente het vers ontluikende blad onmiddellijk besmetten. Let erop dat gedurende de winter ook geen bladeren blijven hangen aan de rozenstruiken want ook die bevatten schimmelsporen. de laatste bladeren haal je er even met de hand af.
Neem ook eens winterstekken (houtachtige). Dit lukt vrij aardig bij vele sierheesters zoals: Ribes, Forsythia, Ligustrum, boerenjasmijn, wilgen, populieren, vlier, sneeuwbes, Spirea, Weigelia, Hypericum  je kunt in oktober tot februari rechte eenjarige scheuten voor de stek snijden. Het zachte boveneind wordt verwijderd en de rest van de scheut wordt verdeeld in
stukken van ongeveer 20 cm, ze moeten ongeveer minimaal 1/2 cm dik zijn.
Zodra het ‘s nachts ongeveer 5 of 6 graden is, de kuipplanten naar binnen en tevens wat snoeien, u kunt ze nu ook al naar de winterberging brengen. ’sWinters weinig water geven want ze gaan slapen.
 
Borders:
Vele planten zijn uitgebloeid en hebben nu rijpe zaden of bessen. Verzamel deze voor dat de vogels of de insecten er mee vandoor zijn gegaan. Vele van deze zaaddozen zijn trouwens ideale benodigdheden voor de bloemschik-liefhebber. Wie in de bloemsierkunst thuis is, weet dat de tijd gekomen is om hortensia’s te verzamelen en te laten drogen.
De hortensiabloemen mag je knippen indien ze papierachtig aanvoelen en knisperen wanneer je erover wrijft.
De uitgebloeide stengels van de vaste planten mogen indien gewenst worden weg gesneden, toch is het best om met de grote schoonmaak van de tuin te wachten tot in het voorjaar. Zo krijgen de planten gedurende de winter toch nog wat vorstbescherming van de bovengrondse afgestorven plantendelen. De uitgebloeide stengels van bv Phlomis (brandkruid), Eupatorium (leverkruid),
Monarda (bergamotplant), Astilbe, kun je ook laten staan zodat die in de winter voor sfeer in de tuin kunnen zorgen met hun prachtige silhouetten.
Sommige vaste planten zoals de kokardebloem (Gaillardia) en de prachtkaars (Gaura lindheimeri) staan nu reeds verschillende maanden na elkaar volop te bloeien. Dit zijn twee typische voorbeelden van planten die je nu ‘met pijn in het hart’ moet in-snoeien zodat ze zichzelf niet zouden dood bloeien. Door ze in te snoeien kunnen ze nog wat energie opdoen voor het volgende groei- en bloeiseizoen.
 
Vaste planten kunnen tot ± 15 oktober worden gescheurd en terug uitgeplant. Zwakkere soorten zoals de herfstanemonen en de siergrassen worden best in het voorjaar gescheurd.
De tuinplanten die matig winterhard zijn zoals de Gunnera, smalbladige Agapanthussen en winterharde exotenplanten beschermen tegen de vorst. Afdekken met luchtig materiaal en daarboven een afdekking aanbrengen die een teveel aan vocht tegenhoud. Net als de andere planten groeit het onkruid nu ook niet meer zo snel, maar in tegenstelling met de zomer hoeft het nu niet meer zo groot te worden om te bloeien en zich uit te zaaien.
Probeer daarom ook nu nog zoveel mogelijk onkruid uit de borders te verwijderen.
Groenblijvende struiken mogen nu verplant worden.
Coniferen verplant men het best in de maand oktober of in de periode van maart tot en met april. Coniferen die al verschillende jaren op eenzelfde plaats vast staan kan men beter in het najaar afsteken (rond steken met de spade) en pas in het voorjaar verplanten.
Bladverliezende heesters kunnen het beste nog niet verplant worden. Daarvoor wachten we beter tot hun bladeren verdwenen zijn ongeveer eind november.
 
Het is wel al een ideale periode om de borders plantklaar te leggen.
Maak de composthoop leeg en breng een laag van ± 5 cm rijpe compost aan op de nieuwe border. Spit het daarna om en het resultaat zal volgend jaar opmerkelijk zijn. Planten in containerpot kunnen altijd worden uitgeplant, mits het niet vriest. Als de grond al goed nat is door enkele oktoberregens hoeven we zelfs niet te gieten.
Buddleja (vlinderstruik) en Lavatera (kaasjeskruid) zijn planten met een vrij gering
wortelgestel. Daar de planten vrij hoog zijn waaien deze tijdens de winter vaak los waardoor ze afsterven. Dit kunnen we voorkomen door ze nu nog snel voor 1/3 tot de helft terug te snoeien. Na de winter krijgen ze dan hun drastische voorjaar snoei.
 
Probeer ook eens houtachtige winterstekken te nemen.
Dit lukt vrij aardig bij vele sierheesters. Ribes, Forsythia, Ligustrum, rode kornoelje, boerenjasmijn, wilgen, populieren, vlier, sneeuwbes, Spirea , Weigelia, Laburnum, Hypericum, kun je in oktober tot februari rechte één jarige scheuten voor stek snijden. Het zachte boveneind wordt verwijderd en de rest van de scheut wordt verdeeld in stukken van ongeveer 20 cm. Het beste slagingspercentage
krijgen we met stekken die een potlood dik zijn. Vergeet niet om zelf eens wat tijd te nemen om te genieten van de prachtige herfstverkleuring van sommige bomen en struiken.
 
Gazon:
Nu het langzaam kouder wordt moeten we het gazon minder maaien. Zorg ervoor dat het gras niet te lang staat om de winter in te gaan.
Zet de messen van de grasmaaier hoger zodat het gras minder kort wordt gemaaid. Deze maand wordt voor de laatste keer gemaaid.
De vorming van mos gebeurt veel sneller bij lang gras.
Een toegift van kalk staat nu op de verlanglijst van het gazon.
Verticuteren om de vilt laag uit het gazon te krijgen.
Hark regelmatig de afgevallen bladeren van uw gazon zodat dit er niet onder kan lijden.
Verzamel deze bladeren zodat je ze nog kunt gebruiken om later deze maand de vorstgevoelige planten mee te beschermen.
 
Zaaien van een gazon kan ook nu nog.
De bodemtemperaturen zijn nu zelfs nog een stuk hoger dan
in het vroege voorjaar. Binnen enkele weken heb je nu nog een mooie grasmat.
 
Bloembollen en -knollen:
Vroegbloeiende bloembollen kun je nu nog volop planten. Tulpen, narcissen, lelies, krokussen, lenteklokjes, plant je op een diepte die overeenstemt met 2 maal de bolhoogte. Zorg ervoor dat de bolvoet goed in contact komt met de bodem zodat deze voor de winter nog nieuwe wortels kan aanmaken.
Zomerbloeiers zoals knolbegonia’s, dahlia’s, gladiolen, Tigridia, Eucomis, zijn
vorstgevoelig. De bollen dienen we uit de grond te halen voor dat het vriest. Laat ze eerst opdrogen voor ze weg te bergen.
Dahlia’s en Canna’s (Indische bloemriet) zijn eveneens knolgewassen die gedurende de winter vorstvrij dienen te worden bewaard. Snij de stengels af op 10 cm boven de grond en rooi ze.
Daarna reinig je de Dahlia’s van alle aarde. Steek ze in een bakje met droge turfmolm of met houtkrullen en zet ze daarna op een donkere vorstvrije plaats. Tijdens de wintermaanden kun je de knollen nog eens nazien op rotting of schimmels. Bij Canna’s laat je de grond rond de wortelstokken met rust.
k
uipplanten, perkgoed, eenjarigen en tweejarigen:
De meeste eenjarige zullen bij de eerste vorst stuk vriezen. Het is wel aangenamer om de planten al te verwijderen nog voor ze tot plakkerig drab veranderen.
Kuipplanten, niet-winterharde Fuchsia’s en Pelargoniums (balkongeranium) kunnen het beste naar binnen worden gebracht. Bij het binnen halen kan men ook snoeien, de ruimte voor overwintering is meestal beperkt. Geef ze gedurende de wintermaanden niet te veel water.
Tweejarigen zoals de viooltjes of Primula’s zijn nu reeds te koop. Na een koude vriesnacht zullen ze hun bloempjes even laten hangen, om dan tijdens een later uur van de dag terug te schitteren.
Vul uw bloembakken met wintergroene al dan niet bloeiende planten. Zo breng je de tuin gedurende de winter toch een stukje dichter bij het huis. Zorg wel voor een goede drainage want dat is zeker nodig. Wees eens origineel en steek er bv krokusbolletjes of blauwe druifjes tussen.
 
Vijver.
Tijd voor een grote schoonmaakbeurt. Verwijder afgestorven blad en het teveel aan waterplanten, ook onderwaterplanten. Haal organisch bezinksel van de bodem.
Verjong oeverplanten door ze te scheuren en opnieuw uit te planten.
Plant bolletjes van bijv. kievitsbloem (Frittilaria) en lenteklokje langs de vijver.
Haal in de vijver gewaaid blad er zo snel mogelijk uit of span een net over de vijver. Breng eventueel beluchting aan in de vijver om bij vorst de vorming van moerasgas onder het ijs te voorkomen. Vissen en andere vijverbeestjes zijn er dankbaar voor

Geen opmerkingen: